Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Anfügen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anfügen (Duits) in het Zweeds

Anfügen:

Anfügen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anfügen (Aneinanderreihen)
    lägga till
  2. Anfügen (Anheften)
    häftande

Vertaal Matrix voor Anfügen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
häftande Anfügen; Anheften
lägga till Aneinanderreihen; Anfügen Addition; Aneinanderreihung; Zulegen; Zusetzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägga till anfügen; anschließen; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; beifügen; erweitern; expandieren; hinzufügen; hinzuzählen; mitrechnen; mitzählen; sammeln; supplieren; vergrößern; zusammenzählen