Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Anschreiben:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anschreiben (Duits) in het Zweeds

Anschreiben:

Anschreiben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anschreiben (Ankündigen; Ansagen; Anmelden)
    säga upp sig

Anschreiben [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anschreiben
    tillkännagivanden; underrättelser; kunggörelser

Anschreiben

  1. Anschreiben

Vertaal Matrix voor Anschreiben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kunggörelser Anschreiben
säga upp sig Ankündigen; Anmelden; Ansagen; Anschreiben Aufgabe; Kündigungsanfrage; Resignation
tillkännagivanden Anschreiben Benachrichtigung; Berichterstattung; Information; Mitteilungen
underrättelser Anschreiben
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
följebrev Anschreiben

Synoniemen voor "Anschreiben":


Wiktionary: Anschreiben

Anschreiben
noun
  1. substantivierte Form von anschreiben
  2. einleitender Teil einer Bewerbung für eine Arbeitsstelle
  3. einleitender Text einer Postzustellung, der Absender, Empfänger, Betreff und Grund beziehungsweise das Anliegen der Postzustellung enthält