Austeiler in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Austeiler:
- distributör; spridare; utdelare; grossist; distributörer; leveranter
- fördelare; uppdelare; delare

Duits

Uitgebreide vertaling voor Austeiler (Duits) in het Zweeds

der Austeiler (Distributeur)
distributör; spridare; utdelare
- distributör [-en] zelfstandig naamwoord
- spridare [-en] zelfstandig naamwoord
- utdelare [-en] zelfstandig naamwoord
der Austeiler (Verteiler; Verbreiter; Austeilerin)
distributör; grossist
- distributör [-en] zelfstandig naamwoord
- grossist [-en] zelfstandig naamwoord
der Austeiler
distributör; utdelare
- distributör [-en] zelfstandig naamwoord
- utdelare [-en] zelfstandig naamwoord
der Austeiler
utdelare
- utdelare [-en] zelfstandig naamwoord
der Austeiler
utdelare; distributörer; leveranter
- utdelare [-en] zelfstandig naamwoord
- distributörer zelfstandig naamwoord
- leveranter zelfstandig naamwoord
der Austeiler (Verteiler; Verbreiter)
distributör
- distributör [-en] zelfstandig naamwoord
der Austeiler (Verteiler)
utdelare; distributörer
- utdelare [-en] zelfstandig naamwoord
- distributörer zelfstandig naamwoord

die Austeiler
fördelare; uppdelare; delare
- fördelare zelfstandig naamwoord
- uppdelare zelfstandig naamwoord
- delare [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
delare	Austeiler
distributör	Austeiler; Austeilerin; Distributeur; Verbreiter; Verteiler	Austeilerin; Vertriebshändler
distributörer	Austeiler; Verteiler
fördelare	Austeiler	Austeilerin; Distributorin; Verteilerin
grossist	Austeiler; Austeilerin; Verbreiter; Verteiler	Aufkäufer; Grossist; Großhandel; Großhandlung
leveranter	Austeiler
spridare	Austeiler; Distributeur
uppdelare	Austeiler	Stechzirkel
utdelare	Austeiler; Distributeur; Verteiler	Austeilerin