Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bach:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bach (Duits) in het Zweeds

Bach:

Bach [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bach (Strom; Fluß)
    bäck
    • bäck [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Bach (Bachlein; Fluß; kleineStrom)
    liten ström

Vertaal Matrix voor Bach:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bäck Bach; Fluß; Strom
liten ström Bach; Bachlein; Fluß; kleineStrom

Synoniemen voor "Bach":


Wiktionary: Bach

Bach
noun
  1. kleiner, natürlicher Wasserlauf
  2. übertragen, Typografie: Fachausdruck für mehrere untereinander stehende Wortzwischenraum, die sich dem Auge des Betrachters zu einem „Bach“ [1] verbinden

Cross Translation:
FromToVia
Bach bäck brook — a small stream
Bach ström; flod; bäck; å stream — small river
Bach bäck beek — een kleine waterloop
Bach bäck; å ruisseau — géographie|fr cours d’eau d’une largeur trop peu considérable pour recevoir le nom de rivière.