Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Besitztümer:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besitztümer (Duits) in het Zweeds

Besitztümer:

Besitztümer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Besitztümer (Sachen; Dinge; Dinger; )
    artiklar; grejor; saker

Besitztümer [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Besitztümer (Güter)
    saker; grejor; besittningar

Vertaal Matrix voor Besitztümer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artiklar Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug Artikel; Handelsware; Kaufware
besittningar Besitztümer; Güter
grejor Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug Kleider; Kleidung; Zeug
saker Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug