Beule in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Beule:
- märke; bula; buckla; svullnad; blåmärke; svällning; böld; övermogen fläck; svullnande
Wiktionary:
- Beule → buckla, bula
- Beule → utbuktning, knöl, bula, svullnad, buckla, puckel, upphöjning

Duits

Uitgebreide vertaling voor Beule (Duits) in het Zweeds

die Beule (Eindruck; Delle; Verbeulung; Einstülpung; Kniff; Eindrücke; Einsenkung)
märke; bula; buckla
- märke [-ett] zelfstandig naamwoord
- bula [-en] zelfstandig naamwoord
- buckla [-en] zelfstandig naamwoord
die Beule (Geschwulst; Buckel; Blase)
svullnad
- svullnad [-en] zelfstandig naamwoord
die Beule (Schwellung; Aufgeschwollenheit; Aufgedunsenheit)
bula; blåmärke; svällning
- bula [-en] zelfstandig naamwoord
- blåmärke [-ett] zelfstandig naamwoord
- svällning zelfstandig naamwoord
die Beule
böld
- böld [-en] zelfstandig naamwoord
die Beule (ein blauer Stelle)
övermogen fläck
- övermogen fläck zelfstandig naamwoord
die Beule (Schwellung; Höcker; Wulst)
böld; svullnande
- böld [-en] zelfstandig naamwoord
- svullnande zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blåmärke	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung
buckla	Beule; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Kniff; Verbeulung
bula	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Kniff; Schwellung; Verbeulung	Verletzung; Verwundung
böld	Beule; Höcker; Schwellung; Wulst	Abszeß; Blutgeschwür; Furunkel
märke	Beule; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Kniff; Verbeulung	Abzeichen; Fabrikmarke; Gütezeichen; Handelsmarke; Handelszeichen; Logo; Marke; Markenzeichen; Notiztag; RFID-Transponder; Schlaufe; Schleife; Schlinge; Schutzmarke; Tag; Warenzeichen; Zeichen; Zickzackkurve
svullnad	Beule; Blase; Buckel; Geschwulst; Schwellung	Verletzung; Verwundung
svullnande	Beule; Höcker; Schwellung; Wulst
svällning	Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Schwellung	Überfüllen
övermogen fläck	Beule; ein blauer Stelle

Beule

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Beule	→ utbuktning; knöl; bula	↔ bulge — Something sticking out
• Beule	→ svullnad; bula	↔ knot — firm swollen tissue caused by injury
• Beule	→ bula; buckla	↔ deuk — vervorming van het oppervlak van een voorwerp in de vorm van een put of uitholling, meest veroorzaakt door botsing met een ander voorwerp
• Beule	→ puckel	↔ bosse — enflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.
• Beule	→ svullnad	↔ enflure — État de ce qui est enflé (1)
• Beule	→ upphöjning; knöl	↔ protubérance — didactique\|fr éminence, saillie.