Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Blitz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Blitz (Duits) in het Zweeds

Blitz:

Blitz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Blitz (Wetterleuchten)
    åska; åskväder; värmeåskväder
  2. der Blitz (Schlucker; Schlag; Strahl)
    åskvigg; blixt
    • åskvigg zelfstandig naamwoord
    • blixt [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Blitz
    blixt; blixtljus
  4. der Blitz (Lichtsignal; Strahl; Lichtzeichen)
    blixt; glimt; blink; plötsligt sken

Vertaal Matrix voor Blitz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blink Blitz; Lichtsignal; Lichtzeichen; Strahl
blixt Blitz; Lichtsignal; Lichtzeichen; Schlag; Schlucker; Strahl Blitzlampe; Blitzlicht; Pfeil; Strahl
blixtljus Blitz Blitzlicht
glimt Blitz; Lichtsignal; Lichtzeichen; Strahl Abglanz; Angewohnheit; Schein
plötsligt sken Blitz; Lichtsignal; Lichtzeichen; Strahl
värmeåskväder Blitz; Wetterleuchten
åska Blitz; Wetterleuchten Donner; Donnern; Donnerwetter; Gewitter
åskvigg Blitz; Schlag; Schlucker; Strahl Türriegel
åskväder Blitz; Wetterleuchten Donnern; Donnerwetter; Gewitter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
åska blitzen; donnern; ertönen; fallen; geifern; gewittern; grollen; grunzen; knallen; schleudern; schmatzen; schmeißen; schmettern; stürzen; tosen; wettern

Synoniemen voor "Blitz":

  • Aufleuchten; Lichtblitz

Wiktionary: Blitz

Blitz
noun
  1. ohne Plural, (umgangssprachlich) eine Form des Schachspiels, das Blitzschach
  2. (umgangssprachlich) Blitzgerät, Blitzlicht, Blitzlichtgerät; das für [2] benutzte Gerät (meist am Fotoapparat)
  3. ein sehr kurzes Aufleuchten
  4. Physik, Meteorologie: sichtbare Lichterscheinung bei einer elektrischen Entladung

Cross Translation:
FromToVia
Blitz blixt flash — burst of light
Blitz blixt lightning — flash of light
Blitz blixt foudre — Fluide électrique
Blitz blixt éclair — Lumière vive et soudaine causé par la foudre
Blitz blixt éclair — Éclat de lumière