Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Einsetzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Einsetzen (Duits) in het Zweeds

Einsetzen:

Einsetzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Einsetzen (Anstimmen; Anfangen; Anheben; Angehen)
    börja
    • börja [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Einsetzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
börja Anfangen; Angehen; Anheben; Anstimmen; Einsetzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
börja abheben; anfangen; anfangen zu arbeiten; anheben; antreten; aufnehmen; beginnen; einschalten; einsetzen; starten

Verwante vertalingen van Einsetzen