Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Einsinken (Duits) in het Zweeds

Einsinken:

Einsinken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Einsinken (Absacken; Abrutchen; Senkung)
    fördjupning; grop
  2. Einsinken (stark im Wert fallen; Abrutschen; Sinken; Zurückfallen)
    kraftigt sjunkande
  3. Einsinken (Abprallen; Abrutschen)
    ta tillbaka; slå tillbaka
  4. Einsinken (Wegsacken)
    sjunka i

Vertaal Matrix voor Einsinken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fördjupning Abrutchen; Absacken; Einsinken; Senkung Aushöhlung; Vertiefung
grop Abrutchen; Absacken; Einsinken; Senkung Bergwerk; Grube; Sprunggrube; Steinbruch
kraftigt sjunkande Abrutschen; Einsinken; Sinken; Zurückfallen; stark im Wert fallen
sjunka i Einsinken; Wegsacken
slå tillbaka Abprallen; Abrutschen; Einsinken
ta tillbaka Abprallen; Abrutschen; Einsinken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slå tillbaka zurückschlagen
ta tillbaka abtreten; zurücktreten