Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Gehirn:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gehirn (Duits) in het Zweeds

Gehirn:

Gehirn [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gehirn (Verstand; Geist; Denkvermögen; Vernunft; Intellekt)
    mental förmåga; förstånd; intelligens; mental kapacitet

Vertaal Matrix voor Gehirn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förstånd Denkvermögen; Gehirn; Geist; Intellekt; Vernunft; Verstand Begriff; Bewußtsein; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Verstand; Vorstellung
intelligens Denkvermögen; Gehirn; Geist; Intellekt; Vernunft; Verstand Begriffsvermögen; Bewußtsein; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Intellekt; Intelligenz; Klugheit; Scharfsichtigkeit; Scharfsinn; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schlauigkeit; Verstand
mental förmåga Denkvermögen; Gehirn; Geist; Intellekt; Vernunft; Verstand
mental kapacitet Denkvermögen; Gehirn; Geist; Intellekt; Vernunft; Verstand

Synoniemen voor "Gehirn":


Wiktionary: Gehirn

Gehirn
noun
  1. umgangssprachlich: Verstand, Denkvermögen
  2. Anatomie: der im Kopf gelegenen Teil des Zentralnervensystems der Wirbeltiere

Cross Translation:
FromToVia
Gehirn hjärna brain — organ
Gehirn hjärna hersenen — brein
Gehirn hjärna cerveau — Organe central supervisant le système nerveux des animaux présentant une céphalisation ; encéphale.
Gehirn hjärna cerveau — Siège des facultés mentales, de la pensée.
Gehirn hjärna cervelle — anatomie|fr Nom vulgaire du cerveau, surtout chez l’homme.