Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Heide:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Heide (Duits) in het Zweeds

Heide:

Heide [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Heide (Heidekultur; Heidepflanze; Heidestrauch; )
    hed
    • hed [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Heide (Heidekraut; Heidekultur)
    ljung
    • ljung [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Heide (Heidefeld)
    hed; hedland; ljunghed
    • hed [-en] zelfstandig naamwoord
    • hedland zelfstandig naamwoord
    • ljunghed zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Heide:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hed Heide; Heidefeld; Heidekraut; Heidekräuter; Heidekultur; Heidepflanze; Heidestrauch; Heidesträucher
hedland Heide; Heidefeld
ljung Heide; Heidekraut; Heidekultur
ljunghed Heide; Heidefeld

Synoniemen voor "Heide":


Wiktionary: Heide

Heide
noun
  1. weiträumige Landschaft der gemäßigten Zone mit wenig Baumwuchs, aber mit vielen Zwergsträuchern, Flechten und Moosen
  2. biblisch: jemand, der nicht der christlichen bzw. jüdischen Glaubensgemeinschaft angehört
  3. jemand, der nicht an einen Gott oder andere höhere Mächte glaubt
  4. Anhänger einer polytheistischen Religion (aus Sicht einiger Monotheisten)

Cross Translation:
FromToVia
Heide hedning Heathen — adherent of the Germanic neo-pagan faith of Heathenry
Heide ljung heath — small everygreen shrub
Heide hedmark; hed heath — uncultivated land with sandy soil
Heide hedning heathen — person who does not follow an Abrahamic religion
Heide hedmark heide — een met heidekruid begroeide vlakte
Heide hed lande — géographie|fr agri|fr étendue de terre inculte et stérile.