Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Hotelbesitzer:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hotelbesitzer (Duits) in het Zweeds

Hotelbesitzer:

Hotelbesitzer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Hotelbesitzer (Gasthofbesitzer)
    hotelägare
  2. der Hotelbesitzer (Gasthofbesitzer)
    hotelskötare

Vertaal Matrix voor Hotelbesitzer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hotelskötare Gasthofbesitzer; Hotelbesitzer
hotelägare Gasthofbesitzer; Hotelbesitzer

Synoniemen voor "Hotelbesitzer":

  • Hotelier

Computer vertaling door derden: