Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kleidung (Duits) in het Zweeds

Kleidung:

Kleidung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kleidung (Kleider; Bekleidung)
    kostym; kläder; plagg
    • kostym [-en] zelfstandig naamwoord
    • kläder zelfstandig naamwoord
    • plagg [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. die Kleidung (Kleider; Ausstattung; Ausstaffierung; Zeug; Bekleidung)
    kläder; klädslar; utstyrslar
  3. die Kleidung (Kledage)
    kläder
  4. die Kleidung (Kleider; Zeug)
    grejor; kläder
  5. die Kleidung (Aufmachung)
    kostym
    • kostym [-en] zelfstandig naamwoord
  6. die Kleidung (Konfektionskleidung)
    konfektionskläder
  7. die Kleidung (Wäsche; Kleider)
    tvättning
  8. die Kleidung
    beklädnad

Vertaal Matrix voor Kleidung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beklädnad Kleidung Futter; Fütterung; Kleid
grejor Kleider; Kleidung; Zeug Besitztümer; Dinge; Dinger; Güter; Inventar; Sachen; Zeug
kläder Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Kledage; Kleider; Kleidung; Zeug Kleid; Kleidchen; Kleiderchen; Tücher
klädslar Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Kleider; Kleidung; Zeug
konfektionskläder Kleidung; Konfektionskleidung
kostym Aufmachung; Bekleidung; Kleider; Kleidung Anzug; Kostüm; Sakkoanzug; Smoking
plagg Bekleidung; Kleider; Kleidung
tvättning Kleider; Kleidung; Wäsche
utstyrslar Ausstaffierung; Ausstattung; Bekleidung; Kleider; Kleidung; Zeug

Synoniemen voor "Kleidung":


Wiktionary: Kleidung

Kleidung
noun
  1. Gesamtheit der Kleider [2]

Cross Translation:
FromToVia
Kleidung kläder; perílo clothes — apparel
Kleidung kläder; perílo; obleka clothing — clothes
Kleidung toalett; kostym; klädsel; kläder; dräkt; dress dress — apparel

Verwante vertalingen van Kleidung