Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Krankheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Krankheit (Duits) in het Zweeds

Krankheit:

Krankheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Krankheit (Übel; Leiden)
    sjukdom
    • sjukdom [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Krankheit (Übel; Leiden)
    brist; åkomma; last; krämpa
    • brist [-en] zelfstandig naamwoord
    • åkomma [-en] zelfstandig naamwoord
    • last [-en] zelfstandig naamwoord
    • krämpa [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Krankheit (Klage; Beschwerde; Beanstandung; )
    klagomål
  4. die Krankheit (Leiden)
    sjukdom; besvär; krämpa
    • sjukdom [-en] zelfstandig naamwoord
    • besvär [-ett] zelfstandig naamwoord
    • krämpa [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krankheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besvär Krankheit; Leiden Behinderung; Belästigung; Ergernis; Ergernisse; Getue; Kram; Kummer; Leid; Mühe; Pein; Ranger; Schmerz; Störung; Umstände; Ungemach; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind; viel Mühe; Ärger; Ärgerlichkeit; Ärgernis; Überbelästigung
brist Krankheit; Leiden; Übel Abwesenheit; Armut; Bedarf; Bedürftigkeit; Defekt; Defizit; Ermangelung; Fehlbestand; Fehlbetrag; Fehlmenge; Gebrechen; Hilfsbedürftigkeit; Kargheit; Knappheit; Mangel; Manko; Schwäche; Spärlichkeit; Unvollkommenheit; Ärmlichkeit
klagomål Beanstandung; Beschwerde; Klage; Krankheit; Leiden; Ärgernis; Übel Elegie; Klage; Klagelied; Wehklage
krämpa Krankheit; Leiden; Übel Körperliche Erregung
last Krankheit; Leiden; Übel Beladung; Bürde; Einladen; Einschiffung; Fracht; Frachtgut; Gewicht; Gut; Klemmblock; Kreuz; Ladung; Ladungen; Last; Schraubstock; Schwere; Transporte; Verladung; Verschiffung
sjukdom Krankheit; Leiden; Übel Körperliche Erregung; Menstruation; Periode; Regel; Unpäßlichkeit; Unwohlsein
åkomma Krankheit; Leiden; Übel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krämpa in Krämpfen liegen; zucken

Synoniemen voor "Krankheit":


Wiktionary: Krankheit

Krankheit
noun
  1. kein Plural: das Kranksein
  2. die Störung oder Einschränkung der normalen körperlichen und/oder seelischen Funktionen

Cross Translation:
FromToVia
Krankheit sjukdom disease — an abnormal condition of the body causing discomfort or dysfunction
Krankheit sjukdom illness — an instance of a disease or poor health
Krankheit sjukdom ziekte — (medisch, nld): een gezondheidsprobleem
Krankheit sjuka; sjukdom; svaghet infirmitéaffection congénitale ou accidentelle qui gêne ou empêcher le fonctionnement de telle ou telle partie de l’organisme.
Krankheit sjuka; sjukdom maladie — maladie

Verwante vertalingen van Krankheit