Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Markierung:
  2. Wiktionary:
    • Markierung → bock


Duits

Uitgebreide vertaling voor Markierung (Duits) in het Zweeds

Markierung:

Markierung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Markierung (Brandzeichen; Kennzeichen; Merkmal; )
    beskriva någon
  2. die Markierung (Erkennungszeichen; Kennzeichen; Merkmal; Merkzeichen)
    signalement; igenkänningstecken; identifikationstecken
  3. die Markierung (Nummernschild; Kennzeichen; Erkennungszeichen; )
    nummerplåt; bilplåt
  4. die Markierung
    tagg
    • tagg [-en] zelfstandig naamwoord
  5. die Markierung
    märka
    • märka werkwoord (märker, märkte, märkt)

Vertaal Matrix voor Markierung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beskriva någon Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Vermerk
bilplåt Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen
identifikationstecken Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen
igenkänningstecken Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen Brandzeichen; Charakterisierung; Eigenschaft; Kennzeichen; Kennzeichnung; Merkmal; Merkzeichen
märka Anstreichen
nummerplåt Abzeichen; Brandzeichen; Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Nummernschild; Vermerk; Zeichen
signalement Erkennungszeichen; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen Beschreibung; Umschreibung
tagg Markierung Dornen; Notiztag; Stachel; Tag
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
märka Markierung bemerken; beobachten; entdecken; erkennen; etikettieren; feststellen; fühlen; merken; sehen; signalisieren; spüren; wahrnehmen

Synoniemen voor "Markierung":


Wiktionary: Markierung


Cross Translation:
FromToVia
Markierung bock check — a mark like a v or sometimes x used as an indicator