Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Narkotikum:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Narkotikum (Duits) in het Zweeds

Narkotikum:

Narkotikum [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Narkotikum (Drogen; Droge; Rauschgift)
    narkotika; droger

Vertaal Matrix voor Narkotikum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droger Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift Aufputschmittel; Doping; Droge; Rauschgift
narkotika Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift

Synoniemen voor "Narkotikum":


Wiktionary: Narkotikum


Cross Translation:
FromToVia
Narkotikum bedövningsmedel; smärtstillande; anestetikum anaesthetic — anaesthetic