Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Periode:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Periode (Duits) in het Zweeds

Periode:

Periode [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Periode (Termin; Zeitraum; Zeitspanne; )
    period; tidsrymd
  2. die Periode (Zeitabschnitt; Epoche; Zeitraum; Frist; Zeitalter)
    period; ålder
    • period [-en] zelfstandig naamwoord
    • ålder [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Periode (Zeitraum; Zeitspanne; Abschnitt; Spanne; Zeitabschnitt)
    tid; period; tidsrymd; tidsspann
    • tid [-en] zelfstandig naamwoord
    • period [-en] zelfstandig naamwoord
    • tidsrymd zelfstandig naamwoord
    • tidsspann [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. die Periode (Unpäßlichkeit; Unwohlsein; Menstruation; Regel)
    sjukdom
    • sjukdom [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Periode:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
period Abschnitt; Epoche; Frist; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Zeitraum; Zeitspanne
sjukdom Menstruation; Periode; Regel; Unpäßlichkeit; Unwohlsein Krankheit; Körperliche Erregung; Leiden; Übel
tid Abschnitt; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne Dauer; Mal; Zeitraum; Zeitspanne
tidsrymd Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Zeitraum; Zeitspanne
tidsspann Abschnitt; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne Dauer; Länge; Zeitspanne
ålder Epoche; Frist; Periode; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum Alter; Altertum; Antike; Jahreszählung; Jahrhundert; Lebensalter; Zeitalter; Zeitrechnung

Synoniemen voor "Periode":


Wiktionary: Periode

Periode
noun
  1. Menge aufeinanderfolgender Elemente im Periodensystem mit gleicher Anzahl von Elektronenschalen
  2. Linguistik: komplexer Satz mit mehreren Teilsätzen
  3. Mathematik, Naturwissenschaft: Abstand, nach dem sich ein Ablauf wiederholt
  4. bei Darstellung eines Bruches in einem Stellenwertsystem (z. B. Dezimalsystem) sich wiederholende Ziffernfolge
  5. Zeitabschnitt, der durch gemeinsame Merkmale geprägt ist
  6. weibliche Menstruation

Cross Translation:
FromToVia
Periode era; ålder; tid age — particular period of time in history
Periode menstruation curse — woman's monthly period
Periode menstruation menstruation — periodic discharging of the menses
Periode period periode — tijdperk
Periode menstruation; reglering; månadsblödning menstruation — Ensemble des phénomènes qui se manifestent dans les organes génitaux de la femme
Periode period périodetemps qu’une chose met à accomplir les phases de sa durée.
Periode epok époquemoment de l’histoire qui ordinairement marquer par quelque événement considérable.