Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Pflaster:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pflaster (Duits) in het Zweeds

Pflaster:

Pflaster [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Pflaster
    trottoar

Vertaal Matrix voor Pflaster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trottoar Pflaster Bürgersteig; Fußpfad; Fußsteig; Fußweg; Gehsteig; Gehweg

Synoniemen voor "Pflaster":


Wiktionary: Pflaster

Pflaster
noun
  1. aus vielen einzelnen Steinen bestehender Straßenbelag; auch im übertragenen Sinne für: Gegend, Gebiet
  2. Medizin:

Cross Translation:
FromToVia
Pflaster plåster band-aid — adhesive bandage
Pflaster förbindning pansement — Ce qui sert à panser.