Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Pflaume:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pflaume (Duits) in het Zweeds

Pflaume:

Pflaume [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Pflaume (Muschi; Fotze)
    fitta
    • fitta [-en] zelfstandig naamwoord !
  2. die Pflaume
    katrinplommon; sviskon

Vertaal Matrix voor Pflaume:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fitta Fotze; Muschi; Pflaume Miststück; Mistweib; Weibsstück
katrinplommon Pflaume
sviskon Pflaume

Synoniemen voor "Pflaume":

  • Dose; Fotze; Muschi; Möse; Scheidenvorhof; Vulva; weibliche Scham; äußere weibliche Geschlechtsteile; Fortpflanzungsorgan; Genital; Geschlechtsorgan; Geschlechtsteil; primäres Geschlechtsmerkmal
  • Zwetschge; Zwetschke; Steinfrucht; Steinobst

Wiktionary: Pflaume

Pflaume
noun
  1. Frucht von [1]
  2. (umgangssprachlich): Versager siehe auch: Thesaurus:Versager
  3. Baum, der zu den Rosengewächsen zählt

Cross Translation:
FromToVia
Pflaume plommon pruim — vrucht van de pruimenboom
Pflaume plommon plum — the fruit
Pflaume plommon prune — Fruit