Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Post:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Post (Duits) in het Zweeds

Post:

Post [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Post (Postamt)
    postkontor
  2. die Post (Postwesen)
    post; postkontor; postväsende

Vertaal Matrix voor Post:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
post Post; Postwesen Aufgabe eines Poststückes; Datensatz; Eintragen; Wachtposten; Zeile; zugesandten Briefe
postkontor Post; Postamt; Postwesen
postväsende Post; Postwesen

Synoniemen voor "Post":


Wiktionary: Post

Post
noun
  1. kurz für: Postamt
  2. von einem der Unternehmen[2] zustellen oder zu befördern
  3. per digitaler Datenübertragung senden oder erhalten Mitteilung(en) oder Daten
  4. Logistikunternehmen (oder früher -Behörden), welche die Post-Infrastruktur[1] betreiben
  5. Infrastruktur, mit deren Hilfe Informationen oder Gegenstand befördern werden

Cross Translation:
FromToVia
Post post mail — parcels and letters
Post post mail — organisation
Post post mail — postal delivery system
Post post post — method of delivering mail
Post post courrier — Celui qui courait la poste en avant des voitures pour préparer les relais.
Post post poste — (histoire) établissement de chevaux qui était autrefois placer de distance en distancer, pour le service des voyageurs.

Verwante vertalingen van Post