Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlager (Duits) in het Zweeds

Schlager:

Schlager [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlager (Spitzenreiter)
    storsuccéer; succéer
  2. der Schlager (Best-seller; Erfolg; Hit; Treffer)
    succé; storsäljare; bestseller
  3. der Schlager
    schalger låtar
  4. der Schlager (Hit; Treffer)
    vinnare; hit; säkert kort

Schlager [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schlager (Bestseller)
    schlager; boksuccéer
  2. die Schlager
    hitar; populära musikstycken

Vertaal Matrix voor Schlager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestseller Best-seller; Erfolg; Hit; Schlager; Treffer
boksuccéer Bestseller; Schlager
hit Hit; Schlager; Treffer Treffer ins Schwarze
hitar Schlager
populära musikstycken Schlager
schalger låtar Schlager
schlager Bestseller; Schlager
storsuccéer Schlager; Spitzenreiter
storsäljare Best-seller; Erfolg; Hit; Schlager; Treffer
succé Best-seller; Erfolg; Hit; Schlager; Treffer Erfolg; Gelingen; Glück; Wohlbefinden; Wohlstand
succéer Schlager; Spitzenreiter
säkert kort Hit; Schlager; Treffer
vinnare Hit; Schlager; Treffer Gewinner; Preisträger; Sieger

Wiktionary: Schlager

Schlager
noun
  1. Musik: ein erfolgreiches, viel gehört und gesungenes Musikstück der leichten Unterhaltungsmusik

Cross Translation:
FromToVia
Schlager hit hit — success, especially in the entertainment industry