Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schriftstück:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schriftstück (Duits) in het Zweeds

Schriftstück:

Schriftstück [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schriftstück (Geschriebene; Dokument)
    ordalydelse; text; skrift; dokument
    • ordalydelse [-en] zelfstandig naamwoord
    • text [-en] zelfstandig naamwoord
    • skrift [-en] zelfstandig naamwoord
    • dokument [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. Schriftstück (Beweisstück; Dokument)
    bevismaterial
  3. Schriftstück (Dokument; Text)
    dokument; text; manuskript; skrivet stycke; skrift
  4. Schriftstück (Dokument; Urkunde)
    officiell dokument
  5. Schriftstück (Vertrag; Akte; Dokument; )
    äkthetsbevis

Vertaal Matrix voor Schriftstück:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevismaterial Beweisstück; Dokument; Schriftstück Beleg; Bescheinigung; Beweis; Beweisstück
dokument Dokument; Geschriebene; Schriftstück; Text Beleg; Dokument; Nachricht; Scheine; Schriftstücke; Unterlagen
manuskript Dokument; Schriftstück; Text Handschrift; Manuskript
officiell dokument Dokument; Schriftstück; Urkunde
ordalydelse Dokument; Geschriebene; Schriftstück Bezeichnung; Formulierung; Redewendung
skrift Dokument; Geschriebene; Schriftstück; Text Abhandlung; Arbeit; Aufsatz; Bericht; Gutachten; Kleinbuchstabe; Minuskel; Publikation; Schriftgelehrte; Veröffentlichung; Vortrag
skrivet stycke Dokument; Schriftstück; Text
text Dokument; Geschriebene; Schriftstück; Text Dichtung; Lyrik
äkthetsbevis Akte; Diplom; Dokument; Lizenz; Schein; Schriftstück; Vertrag; Zeugnis COA; Certificate of Authenticity (Echtheitszertifikat)

Synoniemen voor "Schriftstück":


Wiktionary: Schriftstück

Schriftstück
noun
  1. schriftlich verfasster Text

Cross Translation:
FromToVia
Schriftstück aktstycke; dokument documentécrit qui sert de preuve ou de renseignement.
Schriftstück aktstycke; gemak; kammare; bit piècepartie, portion, morceau d’un tout.