Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Schwanken

Vertaal Schwanken van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schwanken:
- växel; tvekan; obeslutsamhet; stapplande; vacklande; raglande

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schwanken (Duits) in het Zweeds

Schwanken:

Schwanken [das ~] zelfstandig naamwoord

Schwanken (Wechsel)
växel
- växel [-en] zelfstandig naamwoord
Schwanken (Zweifel; Bedenken; Zögern; Zwiespalt; Unschlüssigkeit; Unentschlossenheit)
tvekan; obeslutsamhet
- tvekan zelfstandig naamwoord
- obeslutsamhet [-en] zelfstandig naamwoord
Schwanken
stapplande; vacklande; raglande
- stapplande zelfstandig naamwoord
- vacklande zelfstandig naamwoord
- raglande zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schwanken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
obeslutsamhet	Bedenken; Schwanken; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zwiespalt; Zögern	Halbschlächtigkeit; Mensur; Schwankung; Unbeständigkeit; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit
raglande	Schwanken	Steigern
stapplande	Schwanken
tvekan	Bedenken; Schwanken; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zwiespalt; Zögern	Schwankung; Unentschlossenheit; Unschlüssigkeit; Zweifel; Zögern
vacklande	Schwanken	Steigern; Unbeständigkeit
växel	Schwanken; Wechsel	Gang; Schalteinrichtung; Schalter; Schaltknüppel; Switch; Wechsel; Zahnrad
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
raglande		flatterhaft; grundlos; instabil; rank; schlank; schmächtig; schwankend; unbeständig; unfest; ungewiß; unsicher; unsolide; unzuverlässig; veränderlich; wackelig; wandelbar; wankelmütig; wechselhaft
vacklande		instabil; klapprig; schwankend; unbeständig; unentschieden; unentschlossen; unfest; unschlüssig; unsolide; unzuverlässig; wackelig; wankelmütig; zögernd