Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spießer (Duits) in het Zweeds

Spießer:

Spießer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Spießer
    småborgare

Spießer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spießer (Spießbürger)
    småborgare; inskränkt person

Vertaal Matrix voor Spießer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inskränkt person Spießbürger; Spießer
småborgare Spießbürger; Spießer

Synoniemen voor "Spießer":


Wiktionary: Spießer


Cross Translation:
FromToVia
Spießer bracka; kälkborgare Philistine — person lacking appreciation of culture
Spießer kälkborgerlig; brackig; filisteisk; filiströs philistine — lacking in appreciation for art or culture