Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Werk:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Werk (Duits) in het Zweeds

Werk:

Werk [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Werk (Meisterwerk; Kunstobjekt; Schöpfung; )
    mästerverk
  2. Werk (Fabrik; Betrieb; Kraftwerk; Gewerbe; Industrie)
    fabrik
    • fabrik [-en] zelfstandig naamwoord
  3. Werk (Gesamtwerk)
    sammlade arbeten
  4. Werk (Tat; Akt; Handlung)
    akt; handling; agerande; dåd
    • akt [-en] zelfstandig naamwoord
    • handling [-en] zelfstandig naamwoord
    • agerande [-ett] zelfstandig naamwoord
    • dåd [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Werk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agerande Akt; Handlung; Tat; Werk
akt Akt; Handlung; Tat; Werk
dåd Akt; Handlung; Tat; Werk Missetat; Übeltat
fabrik Betrieb; Fabrik; Gewerbe; Industrie; Kraftwerk; Werk
handling Akt; Handlung; Tat; Werk Plot
mästerverk Gebilde; Kreation; Kunstobjekt; Kunstwerk; Meisterwerk; Schöpfung; Werk
sammlade arbeten Gesamtwerk; Werk

Synoniemen voor "Werk":


Wiktionary: Werk

Werk
noun
  1. Getriebe, Mechanismus oder System einer Maschine
  2. Betriebsstätte, an der Produkte industriell hergestellt oder bearbeitet werden
  3. -
  4. (groß) Schöpfung eines Künstlers oder Kreativen

Cross Translation:
FromToVia
Werk fabrik factory — manufacturing place
Werk bruk; fabrik mill — manufacturing plant
Werk verk work — literary, artistic, or intellectual production
Werk affär; sak; orsak cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère.
Werk arbete; verk ouvrage — Travail : Action de travailler, ce qui est produit par l’ouvrier ou résultat d’un travail (Sens général)