Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Wolf:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wolf (Duits) in het Zweeds

Wolf:

Wolf [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wolf
    varg; ulv
    • varg [-en] zelfstandig naamwoord
    • ulv [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Wolf
    varg
    • varg [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wolf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ulv Wolf
varg Wolf

Synoniemen voor "Wolf":

  • Lupus; Meister Isegrim; Carnivora; Prädator; Raubtier; Räuber
  • Hautwolf; intertriginöses Ekzem; Intertrigo; Wundsein; Erkrankung; Krankheit; Leiden

Wiktionary: Wolf

Wolf
Cross Translation:
FromToVia
Wolf varg; ulv wolf — animal
Wolf varg; ulv loup — Mammifère canidé