Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aufstauen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aufstauen (Duits) in het Zweeds

aufstauen:

aufstauen werkwoord

  1. aufstauen (stauen)
    framdriva
    • framdriva werkwoord (framdriver, framdrev, framdrivit)

Vertaal Matrix voor aufstauen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
framdriva aufstauen; stauen antreiben; drängen; forttreiben; vor sich hertreiben; vorwärtstreiben

Wiktionary: aufstauen


Cross Translation:
FromToVia
aufstauen ackumelera accumulate — to pile up
aufstauen hopa; samla accumuler — Accumuler