Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor beladen (Duits) in het Zweeds

beladen:

beladen bijvoeglijk naamwoord

  1. beladen (belastet)
    belasta; belastat

beladen werkwoord (belade, belädst, belädt, belud, beludet, beladen)

  1. beladen (einladen; laden; aufladen; verladen; befrachten)
    lasta
    • lasta werkwoord (lastar, lastade, lastat)
  2. beladen (elektricität aufladen; belasten; einladen; )
    ladda; återuppladda; ladda elektriskt
    • ladda werkwoord (laddar, laddade, laddat)
    • återuppladda werkwoord (återuppladdar, återuppladdade, återuppladdat)
    • ladda elektriskt werkwoord (laddar elektriskt, laddade elektriskt, laddat elektriskt)
  3. beladen (Schwerer machen; beschweren; erschweren; )
    göra tyngre
    • göra tyngre werkwoord (gör tyngre, gjorde tyngre, gjort tyngre)

Conjugations for beladen:

Präsens
  1. belade
  2. belädst
  3. belädt
  4. beladen
  5. beladet
  6. beladen
Imperfekt
  1. belud
  2. beludst
  3. belud
  4. beluden
  5. beludet
  6. beluden
Perfekt
  1. habe beladen
  2. hast beladen
  3. hat beladen
  4. haben beladen
  5. habt beladen
  6. haben beladen
1. Konjunktiv [1]
  1. belade
  2. beladest
  3. belade
  4. beladen
  5. beladet
  6. beladen
2. Konjunktiv
  1. belüde
  2. belüdest
  3. belüde
  4. belüden
  5. belüdet
  6. belüden
Futur 1
  1. werde beladen
  2. wirst beladen
  3. wird beladen
  4. werden beladen
  5. werdet beladen
  6. werden beladen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde beladen
  2. würdest beladen
  3. würde beladen
  4. würden beladen
  5. würdet beladen
  6. würden beladen
Diverses
  1. belade
  2. beladet!
  3. beladen Sie!
  4. beladen
  5. beladend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor beladen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belasta aufhalsen; auftragen; beauftragen
göra tyngre Schwerer machen; beladen; belasten; beschweren; erschweren; schwerer machen; verstärken schwerer machen
ladda aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden aufladen; laden
ladda elektriskt aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden
lasta aufladen; befrachten; beladen; einladen; laden; verladen
återuppladda aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belasta beladen; belastet
belastat beladen; belastet

Synoniemen voor "beladen":