Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hinein:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor hinein (Duits) in het Zweeds

hinein:

hinein bijvoeglijk naamwoord

  1. hinein
    innuti
    • innuti bijvoeglijk naamwoord
  2. hinein
    inåt
    • inåt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor hinein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
innuti Innere
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
innuti hinein drinnen; im Innern; innen
inåt hinein innen; inner; innere; innerlich; intern; inwendig; seelisch

Synoniemen voor "hinein":


Wiktionary: hinein

hinein
  1. von außen nach innen

Verwante vertalingen van hinein