Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal jemand begunstigen

Vertaal jemand begunstigen van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

jemand begunstigen:
- understödja; favorisera; gynna; befordra; föredra; uppmuntra

Duits

Uitgebreide vertaling voor jemand begunstigen (Duits) in het Zweeds

jemand begunstigen:

jemand begunstigen werkwoord

jemand begunstigen (vorgeben; vortäuschen; vorschieben; vorschießen)
understödja; favorisera; gynna; befordra; föredra; uppmuntra
- understödja werkwoord (understödjar, understödjade, understödjat)
- favorisera werkwoord (favoriserar, favoriserade, favoriserat)
- gynna werkwoord (gynnar, gynnade, gynnat)
- befordra werkwoord (befordrar, befordrade, befordrat)
- föredra werkwoord (föredraer, föredrog, föredragit)
- uppmuntra werkwoord (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)

Vertaal Matrix voor jemand begunstigen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uppmuntra		Anmutigungen; Zusprüche
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
befordra	jemand begunstigen; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen	avancieren; befördern; früher ausführen als geplant; hinüberbringen; hinüberfahren; transportieren; verfrühen; vorverlegen; vorziehen; übertragen
favorisera	jemand begunstigen; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen
föredra	jemand begunstigen; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen	auslesen; auswählen; bevorzugen; herauspicken; heraussuchen; selektieren; sichten; sieben; sortieren; vorziehen; wählen
gynna	jemand begunstigen; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen	begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; protegieren
understödja	jemand begunstigen; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen	begünstigen; beistehen; bevorrechten; bevorzugen; protegieren; stützen; unterstützen
uppmuntra	jemand begunstigen; vorgeben; vorschieben; vorschießen; vortäuschen	Mut zusprechen; anblasen; anfachen; anfeuern; anheizen; anmutigen; anschüren; anspornen; antreiben; aufheitern; aufmuntern; aufrichten; bejauchzen; bejubeln; beruhigen; beschwichtigen; ermuntern; ermutigen; feiern; jemanden zu etwas ermuntern; jubeln; komplimentieren; motivieren; provuzieren; schüren; trösten; unterstützen; zujauchzen; zujubeln; zusprechen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uppmuntra		aufgemuntert

Verwante vertalingen van jemand begunstigen