Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal konstatieren

Vertaal konstatieren van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. konstatieren:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor konstatieren (Duits) in het Zweeds

konstatieren:

konstatieren werkwoord (konstatiere, konstatierst, konstatiert, konstatierte, konstatiertet, konstatiert)

  1. konstatieren (feststellen; bestätigen; festlegen; identifizieren)
    fastställa; förvissa sig om; konstatera
    • fastställa werkwoord (fastställer, fastställde, fastställt)
    • förvissa sig om werkwoord (förvissar sig om, förvissade sig om, förvissat sig om)
    • konstatera werkwoord (konstaterar, konstaterade, konstaterat)
  2. konstatieren (demonstrieren; behaupten; feststellen; )
    demonstera; visa; förklara
    • demonstera werkwoord (demonsterar, demonsterade, demonsterat)
    • visa werkwoord (visar, visade, visat)
    • förklara werkwoord (förklarar, förklarade, förklarat)

Conjugations for konstatieren:

Präsens
  1. konstatiere
  2. konstatierst
  3. konstatiert
  4. konstatieren
  5. konstatiert
  6. konstatieren
Imperfekt
  1. konstatierte
  2. konstatiertest
  3. konstatierte
  4. konstatierten
  5. konstatiertet
  6. konstatierten
Perfekt
  1. habe konstatiert
  2. hast konstatiert
  3. hat konstatiert
  4. haben konstatiert
  5. habt konstatiert
  6. haben konstatiert
1. Konjunktiv [1]
  1. konstatiere
  2. konstatierest
  3. konstatiere
  4. konstatieren
  5. konstatieret
  6. konstatieren
2. Konjunktiv
  1. konstatierte
  2. konstatiertest
  3. konstatierte
  4. konstatierten
  5. konstatiertet
  6. konstatierten
Futur 1
  1. werde konstatieren
  2. wirst konstatieren
  3. wird konstatieren
  4. werden konstatieren
  5. werdet konstatieren
  6. werden konstatieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde konstatieren
  2. würdest konstatieren
  3. würde konstatieren
  4. würden konstatieren
  5. würdet konstatieren
  6. würden konstatieren
Diverses
  1. konstatier!
  2. konstatiert!
  3. konstatieren Sie!
  5. konstatiert
  6. konstatierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor konstatieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
visa Demonstrieren; Melodie; Vorführen; Weise
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
demonstera annehmen; aufstellen; behaupten; demonstrieren; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; feststellen; konstatieren
fastställa bestätigen; festlegen; feststellen; identifizieren; konstatieren
förklara annehmen; aufstellen; behaupten; demonstrieren; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; feststellen; konstatieren aufheitern; aufhellen; aufklären; aufschließen; ausarbeiten; auseinandersetzen; benachrichtigen; bezeigen; bezeugen; darlegen; deuten; erklären; erläutern; erweisen; erzählen; erörtern; genauerumschreiben; illustrieren; klären; mitteilen; paraphrasieren; schildern; sein Meinung geben; verdeutlichen
förvissa sig om bestätigen; festlegen; feststellen; identifizieren; konstatieren
konstatera bestätigen; festlegen; feststellen; identifizieren; konstatieren
visa annehmen; aufstellen; behaupten; demonstrieren; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; feststellen; konstatieren anbieten; anweisen; anzeigen; aufweisen; aushängen; ausstellen; belegen; beweisen; darbieten; darstellen; erweisen; erweitern; feilbieten; hervor holen; hervor ziehen; hervorbringen; hinweisen; nachweisen; präsentieren; sehen lassen; vorführen; vorstellen; vorweisen; vorzeigen; zeigen; zum Vorschein bringen; zum Vorschein holen; zur Schau stellen

Synoniemen voor "konstatieren":


Wiktionary: konstatieren

konstatieren
verb
  1. eine Tatsache feststellen, bemerken







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0257 seconde
Page rendered in 1.0 seconds