Mürrisch in het Zweeds vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

mürrisch:
- vara på dåligt humör; vresigt; surande; klagande; knorrandet; surandet; knotande; knotandet; klagandet; muttrandet; ledsen; fräsande
Wiktionary:
- mürrisch → vresig, butter
- mürrisch → butter

Duits

Uitgebreide vertaling voor mürrisch (Duits) in het Zweeds

mürrisch:

mürrisch bijvoeglijk naamwoord

mürrisch (schlecht gelaunt; launisch; nörgelig; übellaunig; launenhaft)
vara på dåligt humör; vresigt
- vara på dåligt humör bijvoeglijk naamwoord
- vresigt bijvoeglijk naamwoord
mürrisch (kribbelig; schlechtgelaunt; grimmig; unwirsch; griesgrämig; verdrießlich; brummig; knurrig; sauertöpfisch; nörglerisch)
surande; klagande; knorrandet; surandet; knotande; knotandet; klagandet; muttrandet
- surande bijvoeglijk naamwoord
- klagande bijvoeglijk naamwoord
- knorrandet bijvoeglijk naamwoord
- surandet bijvoeglijk naamwoord
- knotande bijvoeglijk naamwoord
- knotandet bijvoeglijk naamwoord
- klagandet bijvoeglijk naamwoord
- muttrandet bijvoeglijk naamwoord
mürrisch (verdrießlich; trüb; niedergeschlagen; düster; bedrückt; schwermütig; freudlos; griesgrämig; trübsinnig; launenhaft; finster; grimmig; trübselig; launisch; gedrückt; schlechtgelaunt; übellaunig)
ledsen
- ledsen bijvoeglijk naamwoord
mürrisch (schroff; reizbar; kurzweg; verdrießlich)
fräsande
- fräsande bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor mürrisch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klagande		Bittsteller; Elegie; Flehender; Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klage; Klage einreichen; Klagelied; Klagen; Schimpferei; Stöhnen; Wehklage
knotande		Gefasel; Geleier; Quengelei
ledsen		Jammer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vara på dåligt humör		maulen; schmollen; trotzen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fräsande	kurzweg; mürrisch; reizbar; schroff; verdrießlich
klagande	brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich	Ich bedauere es nicht!; elend; griesgrämig; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig; trauernd; traurig; trüb; trübe; trübsinnig
klagandet	brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich
knorrandet	brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich
knotande	brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich
knotandet	brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich
ledsen	bedrückt; düster; finster; freudlos; gedrückt; griesgrämig; grimmig; launenhaft; launisch; mürrisch; niedergeschlagen; schlechtgelaunt; schwermütig; trüb; trübselig; trübsinnig; verdrießlich; übellaunig	betrüblich
muttrandet	brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich
surande	brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich
surandet	brummig; griesgrämig; grimmig; knurrig; kribbelig; mürrisch; nörglerisch; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; unwirsch; verdrießlich
vara på dåligt humör	launenhaft; launisch; mürrisch; nörgelig; schlecht gelaunt; übellaunig
vresigt	launenhaft; launisch; mürrisch; nörgelig; schlecht gelaunt; übellaunig	barsch; brummig; brüsk; griesgrämig; knurrig; launisch; sauertöpfisch; schlecht gelaunt; schlechtgelaunt; schlechtgelaunt ohne Grund; verückt