Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor reinlich (Duits) in het Zweeds
reinlich:
-
reinlich (sauber; aufgeräumt; sauber und rein; gepflegt; ordentlich; hygienisch; rein; geordnet)
ordentligt; prydlig; prydligt-
ordentligt bijvoeglijk naamwoord
-
prydlig bijvoeglijk naamwoord
-
prydligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
reinlich (hygienisch; rein; sauber; sauber und rein)
Vertaal Matrix voor reinlich:
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| hygienisk | hygienisch; rein; reinlich; sauber; sauber und rein | fleckenlos; sauber |
| ordentligt | aufgeräumt; geordnet; gepflegt; hygienisch; ordentlich; rein; reinlich; sauber; sauber und rein | angemessen; geordnet; geziemend; ordentlich; passend; passende; schicklich; wohlgeordnet |
| prydlig | aufgeräumt; geordnet; gepflegt; hygienisch; ordentlich; rein; reinlich; sauber; sauber und rein | angemessen; attraktiv; dekorativ; elegant; fein; geziemend; gutaussehend; herb; passend; piekfein; schicklich; schön; säuberlich |
| prydligt | aufgeräumt; geordnet; gepflegt; hygienisch; ordentlich; rein; reinlich; sauber; sauber und rein | angemessen; attraktiv; dekorativ; elegant; fein; geziemend; gutaussehend; herb; passend; piekfein; schicklich; schleimig; schön; säuberlich |