Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. unerfahren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unerfahren (Duits) in het Zweeds

unerfahren:

unerfahren bijvoeglijk naamwoord

  1. unerfahren (ungeübt; unreif)
    ovan
    • ovan bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor unerfahren:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ovan unerfahren; ungeübt; unreif außergewöhnlich; außerordentlich; inkompetent; unfachmännisch; ungewohn; ungewohnt; ungewöhnlich; unüblich; vorbei; vorüber; über

Synoniemen voor "unerfahren":


Wiktionary: unerfahren

unerfahren
adjective
  1. keine oder sehr wenig Erfahrung in etwas haben

Cross Translation:
FromToVia
unerfahren grön green — inexperienced
unerfahren oerfaren inexperienced — not experienced