Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. unverfroren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unverfroren (Duits) in het Zweeds

unverfroren:

unverfroren bijvoeglijk naamwoord

  1. unverfroren (trocken)
    torr; torrt
    • torr bijvoeglijk naamwoord
    • torrt bijvoeglijk naamwoord
  2. unverfroren (rotzfrech; seelenruhig; keck; kaltblütig)
    kallblodig; kallblodigt
  3. unverfroren (seelenruhig)
    torrt
    • torrt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor unverfroren:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kallblodig kaltblütig; keck; rotzfrech; seelenruhig; unverfroren kaltblütig
kallblodigt kaltblütig; keck; rotzfrech; seelenruhig; unverfroren kaltblütig
torr trocken; unverfroren dürr; karg; knapp; kärglich; mager; schal; trocken
torrt seelenruhig; trocken; unverfroren dürr; karg; knapp; kärglich; mager; regenarm; schal; trocken; unfruchtbar

Synoniemen voor "unverfroren":


Wiktionary: unverfroren


Cross Translation:
FromToVia
unverfroren våghalsig audacious — showing willingness to take bold risks
unverfroren gensvarig; oartig; oblyg; oförsynt; ohövlig impolipersonne qui n'a aucune politesse.