Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor verketzern (Duits) in het Zweeds

verketzern:

verketzern werkwoord

  1. verketzern (kritisieren; anprangern; verteufeln; )
    kritisera; klandra
    • kritisera werkwoord (kritiserar, kritiserade, kritiserat)
    • klandra werkwoord (klandrar, klandrade, klandrat)
  2. verketzern (vorwerfen; schätzen; verweisen; )
    förebrå; klandra; vanära
    • förebrå werkwoord (förebrår, förebrådde, förebrått)
    • klandra werkwoord (klandrar, klandrade, klandrat)
    • vanära werkwoord (vanärar, vanärade, vanärat)
  3. verketzern
    stämpla; fördöma; peka ut; brännmärka
    • stämpla werkwoord (stämplar, stämplade, stämplat)
    • fördöma werkwoord (fördömer, fördömde, fördömt)
    • peka ut werkwoord (pekar ut, pekade ut, pekat ut)
    • brännmärka werkwoord (brännmärker, brännmärkte, brännmärkt)

Vertaal Matrix voor verketzern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vanära Schandtat; skandalöse Tat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brännmärka verketzern beizen; brandmarken; einbrennen; kennzeichnen; markieren; schlecht bekannt machen; schlecht vorstellen; stigmatisieren
fördöma verketzern ablehnen; aburteilen; anbringen; anzeigen; beanstanden; das Urteil sprechen; denunzieren; für unzweckmäßig erklären; mitteilen; petzen; schlecht bekannt machen; schlecht vorstellen; verdammen; verfluchen; verpfeifen; verraten; verurteilen; verwünschen; zur Hölle wünschen
förebrå bestrafen; blamieren; entgegenhalten; entnehmen; ermahnen; fortführen; fortschaffen; hinhalten; hinterhertragen; nachtragen; rügen; schelten; schätzen; tadeln; verketzern; verleumden; verteufeln; verweisen; vorhalten; vorrücken; vorwerfen; wegschaffen; zurechtweisen anrechnen
klandra anprangern; beanstanden; bemäkeln; bemängeln; bestrafen; blamieren; entgegenhalten; entnehmen; ermahnen; fortführen; fortschaffen; hinhalten; hinterhertragen; kritisieren; nachtragen; rügen; schelten; schätzen; tadeln; verketzern; verleumden; verteufeln; verweisen; vorhalten; vorrücken; vorwerfen; wegschaffen; zurechtweisen anklagen; anrechnen; aussetzen; bemerken; bestrafen; ermahnen; rügen; schelten; tadeln; verweisen; zurechtweisen
kritisera anprangern; beanstanden; bemäkeln; bemängeln; kritisieren; verketzern; verteufeln anprangern; beanstanden; bemäkeln; bemängeln; besprechen; beurteilen; heruntermachen; jurieren; klagen; kritisieren; reklamieren; rezensieren; sich beschweren
peka ut verketzern aufklären; aufmerksam machen; benachrichtigen; hinweisen; informieren; schlecht bekannt machen; schlecht vorstellen; signalisieren
stämpla verketzern abstempeln; etikettieren; intrigieren; kennzeichnen; prägen; schlecht bekannt machen; schlecht vorstellen; stempeln; stempeln gehen
vanära bestrafen; blamieren; entgegenhalten; entnehmen; ermahnen; fortführen; fortschaffen; hinhalten; hinterhertragen; nachtragen; rügen; schelten; schätzen; tadeln; verketzern; verleumden; verteufeln; verweisen; vorhalten; vorrücken; vorwerfen; wegschaffen; zurechtweisen trüben