Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal verladen

Vertaal verladen van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verladen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verladen (Duits) in het Zweeds

verladen:

verladen werkwoord (verlade, verladest, verladet, verladete, verladetet, verladen)

  1. verladen
    skeppa; frakta
    • skeppa werkwoord (skeppar, skeppade, skeppat)
    • frakta werkwoord (fraktar, fraktade, fraktat)
  2. verladen (einladen; laden; aufladen; befrachten; beladen)
    lasta
    • lasta werkwoord (lastar, lastade, lastat)
  3. verladen (beschwindeln; betrügen; prellen; )
    fuska; svindla; lura
    • fuska werkwoord (fuskar, fuskade, fuskat)
    • svindla werkwoord (svindlar, svindlade, svindlat)
    • lura werkwoord (lurar, lurade, lurat)
  4. verladen (vergraulen; verarschen; eitern; )
    plåga; ansätta
    • plåga werkwoord (plågar, plågade, plågat)
    • ansätta werkwoord (ansätter, ansatte, ansatt)

Conjugations for verladen:

Präsens
  1. verlade
  2. verladest
  3. verladet
  4. verladen
  5. verladet
  6. verladen
Imperfekt
  1. verladete
  2. verladetest
  3. verladete
  4. verladeten
  5. verladetet
  6. verladeten
Perfekt
  1. habe verladen
  2. hast verladen
  3. hat verladen
  4. haben verladen
  5. habt verladen
  6. haben verladen
1. Konjunktiv [1]
  1. verlade
  2. verladest
  3. verlade
  4. verladen
  5. verladet
  6. verladen
2. Konjunktiv
  1. verladete
  2. verladetest
  3. verladete
  4. verladeten
  5. verladetet
  6. verladeten
Futur 1
  1. werde verladen
  2. wirst verladen
  3. wird verladen
  4. werden verladen
  5. werdet verladen
  6. werden verladen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verladen
  2. würdest verladen
  3. würde verladen
  4. würden verladen
  5. würdet verladen
  6. würden verladen
Diverses
  1. verlad!
  2. verladet!
  3. verladen Sie!
  5. verladen
  6. verladend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verladen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plåga Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansätta eitern; foppen; sich eklig benehmen; verarschen; vergraulen; verladen; weg ekeln
frakta verladen befördern; hinüberbringen; hinüberfahren; transportieren; übertragen
fuska ausnehmen; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; hintergehen; prellen; verladen; übervorteilen Unordnung machen; Wirrwarr machen; basteln; bemogeln; beschwindeln; betrügen; handarbeiten; herumbasteln; pfuschen; sudeln; verpfuschen; vertun; übertölpeln
lasta aufladen; befrachten; beladen; einladen; laden; verladen aufladen; befrachten; beladen; einladen; laden
lura ausnehmen; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; hintergehen; prellen; verladen; übervorteilen begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; bestechen; betrügen; betören; bezaubern; foppen; heranlocken; herauslocken; hereinlegen; hintergehen; hinters Licht führen; irreführen; ködern; mitlocken; neppen; prellen; täuschen; verarschen; verführen; verleiten; verlocken; vorgeben; zum Narren halten; übertölpeln; übervorteilen
plåga eitern; foppen; sich eklig benehmen; verarschen; vergraulen; verladen; weg ekeln belästigen; brutal vorgehen; einschüchtern; foltern; kasteien; martern; peinigen; piesacken; plagen; quälen; schikanieren; schinden; streiten; triezen; tyrannisieren; verletzen; wegekeln; zanken
skeppa verladen verschiffen
svindla ausnehmen; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; hintergehen; prellen; verladen; übervorteilen begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; hereinlegen; hintergehen; hinters Licht führen; neppen; prellen; schwindeln; verarschen; übervorteilen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
plåga Qual

Synoniemen voor "verladen":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0257 seconde
Page rendered in 1.0 seconds