Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wegbringen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wegbringen (Duits) in het Zweeds

wegbringen:

wegbringen werkwoord (bringe weg, bringst, bringt, brachte weg, brachtet weg, weggebracht)

  1. wegbringen (begleiten; mitgehen; geleiten)
    följa med
    • följa med werkwoord (följer med, följde med, följt med)
  2. wegbringen (wegtragen; abführen; abtragen; )
    föra bort; ta bort; bära bort
    • föra bort werkwoord (för bort, förde bort, fört bort)
    • ta bort werkwoord (tar bort, tog bort, tagit bort)
    • bära bort werkwoord (bär bort, bar bort, burit bort)

Conjugations for wegbringen:

Präsens
  1. bringe weg
  2. bringst
  3. bringt
  4. bringen weg
  5. bringt weg
  6. bringen weg
Imperfekt
  1. brachte weg
  2. brachtest weg
  3. brachte weg
  4. brachten weg
  5. brachtet weg
  6. brachten weg
Perfekt
  1. habe weggebracht
  2. hast weggebracht
  3. hat weggebracht
  4. haben weggebracht
  5. habt weggebracht
  6. haben weggebracht
1. Konjunktiv [1]
  1. bringe weg
  2. bringest weg
  3. bringe weg
  4. bringen weg
  5. bringet weg
  6. bringen weg
2. Konjunktiv
  1. brächte weg
  2. brächtest weg
  3. brächte weg
  4. brächten weg
  5. brächtet weg
  6. brächten weg
Futur 1
  1. werde wegbringen
  2. wirst wegbringen
  3. wird wegbringen
  4. werden wegbringen
  5. werdet wegbringen
  6. werden wegbringen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde wegbringen
  2. würdest wegbringen
  3. würde wegbringen
  4. würden wegbringen
  5. würdet wegbringen
  6. würden wegbringen
Diverses
  1. bring weg!
  2. bringt weg!
  3. bringen Sie weg!
  4. weggebracht
  5. wegbringend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor wegbringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bära bort Abtragen; Wegtragen
ta bort Wegräumen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bära bort abführen; abtragen; davontragen; fortbringen; fortfahren; fortführen; fortschaffen; fortschleppen; forttragen; wegbringen; wegführen; wegschaffen; wegschleppen; wegtragen
följa med begleiten; geleiten; mitgehen; wegbringen
föra bort abführen; abtragen; davontragen; fortbringen; fortfahren; fortführen; fortschaffen; fortschleppen; forttragen; wegbringen; wegführen; wegschaffen; wegschleppen; wegtragen
ta bort abführen; abtragen; davontragen; fortbringen; fortfahren; fortführen; fortschaffen; fortschleppen; forttragen; wegbringen; wegführen; wegschaffen; wegschleppen; wegtragen Veröffentlichung aufheben; abstauben; abwischen; auslöschen; ausradieren; ausrotten; beseitigen; entfernen; entstauben; entvölkern; erledigen; fortbringen; fortschaffen; löschen; nehmen aus; trennen; vertilgen; vertreiben; verwerfen; wegschaffen; wegtun

Synoniemen voor "wegbringen":


Wiktionary: wegbringen


Cross Translation:
FromToVia
wegbringen dra ifrån ôtertirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.