Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. züchtig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor züchtig (Duits) in het Zweeds

züchtig:

züchtig bijvoeglijk naamwoord

  1. züchtig (keusch; rein; anständig; sittsam)
    ren; rent
    • ren bijvoeglijk naamwoord
    • rent bijvoeglijk naamwoord
  2. züchtig (dezent; brav; korrekt; )
    anständig; tillbörligt; anständigt; ärbar; ärbart
  3. züchtig (sittsam; dezent; ehrbar; geziemend)
    klyftig; klyftigt
  4. züchtig (keusch; sittsam)
    kysk; ärbar; dygdigt; kyskt; ärbart
    • kysk bijvoeglijk naamwoord
    • ärbar bijvoeglijk naamwoord
    • dygdigt bijvoeglijk naamwoord
    • kyskt bijvoeglijk naamwoord
    • ärbart bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor züchtig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anständig Freundlichkeit; Höflichkeit; Korrektheit
ren Ren; Rentier
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anständig angemessen; brav; dezent; gepflegt; höflich; korrekt; sauber; sittsam; tugendhaft; züchtig
anständigt angemessen; brav; dezent; gepflegt; höflich; korrekt; sauber; sittsam; tugendhaft; züchtig
dygdigt keusch; sittsam; züchtig
klyftig dezent; ehrbar; geziemend; sittsam; züchtig
klyftigt dezent; ehrbar; geziemend; sittsam; züchtig klug; scharfsichtig; scharfsinnig; schlagfertig
kysk keusch; sittsam; züchtig blütenweiß; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; frisch; keusch; makellos; rein; sauber; schneeweiß; unbefleckt; unbesudelt; unschuldig
kyskt keusch; sittsam; züchtig blütenweiß; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; frisch; keusch; makellos; rein; sauber; schneeweiß; unbefleckt; unbesudelt; unschuldig
ren anständig; keusch; rein; sittsam; züchtig achtenswert; angemessen; anständig; artig; aufgeräumt; ausschließlich; ehrbar; ehrenwert; fehlerfrei; galant; ganz; gepflegt; gesäubert; glockenrein; höflich; jungfraulich; jungfräulich; nicht verschnitten; ordentlich; pur; rein; sauber; sauber und rein; schicklich; sittsam; tadellos; tugendhaft; unangetastet; unbefleckt; unberührt; unbeschädigt; unverfälscht; unverschnitten; unversehrt; wohlanständig; wohlerzogen
rent anständig; keusch; rein; sittsam; züchtig achtenswert; angemessen; anständig; artig; aufgeräumt; ausschließlich; blütenweiß; ehrbar; ehrenwert; ehrlich; einfach; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; frisch; galant; ganz; geradeweg; gesäubert; glockenrein; höflich; jungfraulich; jungfräulich; keusch; lauter; makellos; nicht verschnitten; ordentlich; pur; rein; rundheraus; sauber; sauber und rein; schicklich; schneeweiß; sittsam; tugendhaft; unangetastet; unbefleckt; unberührt; unbeschädigt; unbesudelt; unschuldig; unverfälscht; unverschnitten; unversehrt; wohlanständig; wohlerzogen
tillbörligt angemessen; brav; dezent; gepflegt; höflich; korrekt; sauber; sittsam; tugendhaft; züchtig adäquat; angemessen; entsprechend; füglich; geeignet; gemessen; passend; schicklich
ärbar angemessen; brav; dezent; gepflegt; höflich; keusch; korrekt; sauber; sittsam; tugendhaft; züchtig ehrwürdig
ärbart angemessen; brav; dezent; gepflegt; höflich; keusch; korrekt; sauber; sittsam; tugendhaft; züchtig ansehnlich; ehrwürdig; respektabel

Synoniemen voor "züchtig":


Wiktionary: züchtig


Cross Translation:
FromToVia
züchtig dygdig; dygdesam virtuous — full of virtue, having excellent moral character