Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
Geschwurbel:
-
Wiktionary:
Geschwurbel → fikonspråk -
Synoniemen voor "Geschwurbel":
Blabla; Gefasel; Gelaber; Gemunkel; Geplänkel; Geschwafel; Geschwalle; Geschwätz; langweilige Rede; Sermon
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Geschwurbel (Duits) in het Zweeds
Geschwurbel: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Geschwür: varigt sår; cysta
- übel: sjukligt; äcklande; äcklandet; elakt; ondskefull; illvillig; ondskefullt; illvilligt; dum; dåligt; otrevlig; dumt; otrevligt; som har mens; elak; falsk; lågt; falskt; uppretad; uppretat; med onda avsikter
- Übel: klagomål; sjukdom; sår; ont ställe; fel; defekt; olägenhet; brist; last; åkomma; krämpa; oreda; oordning
Geschwurbel:
Synoniemen voor "Geschwurbel":
Wiktionary: Geschwurbel
Geschwurbel
-
abwertend, (umgangssprachlich): unverständliche, realitätsferne oder ideologisch überfrachtete Aussagen, beispielsweise in Politik oder Werbung
- Geschwurbel → fikonspråk