Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Grammatiker:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. grammatiker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Grammatiker (Duits) in het Zweeds

Grammatiker:

Grammatiker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Grammatiker
    grammatiker

Vertaal Matrix voor Grammatiker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grammatiker Grammatiker

Wiktionary: Grammatiker

Grammatiker
noun
  1. Linguistik: Forscher, Wissenschaftler, der sich mit Grammatik/ Grammatiken oder Ausschnitten davon befasst, sie erforscht, beschreibt und/ oder lehrt.



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Grammatiker (Zweeds) in het Duits

grammatiker:

grammatiker [-en] zelfstandig naamwoord

  1. grammatiker
    der Grammatiker

Vertaal Matrix voor grammatiker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Grammatiker grammatiker

Wiktionary: grammatiker

grammatiker
noun
  1. Linguistik: Forscher, Wissenschaftler, der sich mit Grammatik/ Grammatiken oder Ausschnitten davon befasst, sie erforscht, beschreibt und/ oder lehrt.