Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. halleluja:
  2. Halleluja:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. halleluja:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Halleluja (Duits) in het Zweeds

halleluja:

halleluja bijvoeglijk naamwoord

  1. halleluja
    halleluja

Vertaal Matrix voor halleluja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halleluja Halleluja
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halleluja halleluja

Wiktionary: halleluja

halleluja
  1. allgemein: Ausruf, um seiner Freude oder Erleichterung Ausdruck zu verleihen
  2. Ausruf, um Gott zu preisen und/oder zu danken

Cross Translation:
FromToVia
halleluja halleluja hallelujah — exclamation to praise God

Halleluja:

Halleluja [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Halleluja
    halleluja

Vertaal Matrix voor Halleluja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halleluja Halleluja
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halleluja halleluja

Wiktionary: Halleluja

Halleluja
noun
  1. ein in der Liturgie verwendeter Freudengesang, der das Wort „halleluja“ beinhaltet

Cross Translation:
FromToVia
Halleluja halleluja alleluia — Liturgical form of hallelujah



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Halleluja (Zweeds) in het Duits

halleluja:

halleluja bijvoeglijk naamwoord

  1. halleluja
    halleluja

halleluja zelfstandig naamwoord

  1. halleluja
    Halleluja

Vertaal Matrix voor halleluja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Halleluja halleluja
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halleluja halleluja

Wiktionary: halleluja

halleluja
  1. allgemein: Ausruf, um seiner Freude oder Erleichterung Ausdruck zu verleihen
  2. Ausruf, um Gott zu preisen und/oder zu danken
noun
  1. ein in der Liturgie verwendeter Freudengesang, der das Wort „halleluja“ beinhaltet

Cross Translation:
FromToVia
halleluja Halleluja alleluia — Liturgical form of hallelujah
halleluja halleluja hallelujah — exclamation to praise God