Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Honorar:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Honorar:
    • Wiktionary:
      honorar → Honorar
    • Synoniemen voor "honorar":
      arvode; gage


Duits

Uitgebreide vertaling voor Honorar (Duits) in het Zweeds

Honorar:

Honorar [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Honorar (Belohnung; Lohn; Gehalt; )
    belöning
  2. Honorar (Vergütungen; Entgeld; Entschädigung)
    återbetalningar; gottgörelser
  3. Honorar (Rückzahlung; Ausgleich; Vergütung; )
    ersättningar; kompenseringar; kompenstioner; återbetalningar; gottgörelser

Vertaal Matrix voor Honorar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belöning Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst
ersättningar Ausgleich; Begleichung; Gegenleistung; Honorar; Kompensation; Rückerstattung; Rückzahlung; Schadenersatz; Schadenersätze; Schadensersätze; Vergütung
gottgörelser Ausgleich; Begleichung; Entgeld; Entschädigung; Gegenleistung; Honorar; Kompensation; Rückerstattung; Rückzahlung; Schadenersatz; Schadenersätze; Schadensersätze; Vergütung; Vergütungen Schmerzensgelder
kompenseringar Ausgleich; Begleichung; Gegenleistung; Honorar; Kompensation; Rückerstattung; Rückzahlung; Schadenersatz; Schadenersätze; Schadensersätze; Vergütung
kompenstioner Ausgleich; Begleichung; Gegenleistung; Honorar; Kompensation; Rückerstattung; Rückzahlung; Schadenersatz; Schadenersätze; Schadensersätze; Vergütung
återbetalningar Ausgleich; Begleichung; Entgeld; Entschädigung; Gegenleistung; Honorar; Kompensation; Rückerstattung; Rückzahlung; Schadenersatz; Schadenersätze; Schadensersätze; Vergütung; Vergütungen

Synoniemen voor "Honorar":


Wiktionary: Honorar

Honorar
noun
  1. Entgelt/Vergütung für eine bestimmte erbrachte Leistung



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Honorar (Zweeds) in het Duits

honorar:


Synoniemen voor "honorar":


Wiktionary: honorar

honorar
noun
  1. Entgelt/Vergütung für eine bestimmte erbrachte Leistung