Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Krankheitserreger

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Krankheitserreger

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Krankheitserreger:
- Wiktionary:
  Krankheitserreger → smittokälla, smittoorsak, smittobärare, smittämne
  Krankheitserreger → patogen
- Synoniemen voor "Krankheitserreger":
  Bazillus; Keim; Krankheitskeim; pathogenes Bakterium; Kleinstlebewesen; Mikrobe; Mikroorganismus
  Bazille; Erreger; Bakterie; Bakterium; Spaltpilz

Duits

Uitgebreide vertaling voor Krankheitserreger (Duits) in het Zweeds

Krankheitserreger: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Krankheit: sjukdom; klagomål; besvär; brist; last; åkomma; krämpa
Erreger: alstrare

Spelling Suggesties voor: Krankheitserreger

Searching for suggestions...

Krankheitserreger:

Synoniemen voor "Krankheitserreger":

Bazillus; Keim; Krankheitskeim; pathogenes Bakterium; Kleinstlebewesen; Mikrobe; Mikroorganismus
Bazille; Erreger; Bakterie; Bakterium; Spaltpilz

Wiktionary: Krankheitserreger

Krankheitserreger

noun

Medizin: Organismus oder seltener ein Stoff , der eine Krankheit verursacht
- Krankheitserreger → smittokälla; smittoorsak; smittobärare; smittämne

Cross Translation:

From	To	Via
• Krankheitserreger	→ patogen	↔ pathogen — an organism or substance that causes disease

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Suggesties voor Krankheitserreger in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: Krankheitserreger

Searching for suggestions...

Computer vertaling door derden: