Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Notfall:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Notfall (Duits) in het Zweeds

Notfall:

Notfall [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Notfall (Dringlichkeitsfall; dringende Fall)
    nödläge; nödfall; oförutsedd händelse

Vertaal Matrix voor Notfall:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nödfall Dringlichkeitsfall; Notfall; dringende Fall
nödläge Dringlichkeitsfall; Notfall; dringende Fall Alarm; Notstand; Notzustand
oförutsedd händelse Dringlichkeitsfall; Notfall; dringende Fall

Synoniemen voor "Notfall":

  • Notlage; Notsituation

Wiktionary: Notfall

Notfall
Cross Translation:
FromToVia
Notfall nöd emergency — situation requiring urgent assistance