Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Obstruktion:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. obstruktion:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Obstruktion (Duits) in het Zweeds

Obstruktion:

Obstruktion [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Obstruktion
    blockering

Vertaal Matrix voor Obstruktion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blockering Obstruktion Stau; Verkehrsstauung

Synoniemen voor "Obstruktion":


Wiktionary: Obstruktion

Obstruktion
noun
  1. Medizin: Verstopfung von Gefäßen oder Kanälen
  2. allgemein: Blockierung, Störung, Verhinderung
  3. Blockierung der Beschlussfassung eines Parlaments durch lange Reden, zahlreiche Anträge usw.

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Obstruktion (Zweeds) in het Duits

obstruktion:

obstruktion [-en] zelfstandig naamwoord

  1. obstruktion (stopp; stockning; hindrande)
    die Sperrung; die Hemmung; die Stockung
    • Sperrung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hemmung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stockung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor obstruktion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hemmung hindrande; obstruktion; stockning; stopp hämnad; hämning
Sperrung hindrande; obstruktion; stockning; stopp avspärrning; barrikad; barriär; bom; förbud; skrank; spärr; stagnerande; trafikblockering; tullbom; vägspärr; återkallning
Stockung hindrande; obstruktion; stockning; stopp fil; misslyckande; rad; sammanbrott; stagnation; trafikkaos; trafikstockning; upståndelse

Synoniemen voor "obstruktion":


Wiktionary: obstruktion

obstruktion
noun
  1. Medizin: Verstopfung von Gefäßen oder Kanälen
  2. allgemein: Blockierung, Störung, Verhinderung
  3. Blockierung der Beschlussfassung eines Parlaments durch lange Reden, zahlreiche Anträge usw.

Computer vertaling door derden: