Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Personalcomputer:
  2. Personal Computer:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Personal Computer (Duits) in het Zweeds

Personalcomputer:

Personalcomputer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Personalcomputer (PC)
    data
    • data zelfstandig naamwoord
  2. der Personalcomputer (PC)
    PC; persondator
    • PC zelfstandig naamwoord
    • persondator [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Personalcomputer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
PC PC; Personalcomputer Computer; Datenverarbeitungsanlage; EDV; PC; elektronische Datenverarbeitungsanlage
data PC; Personalcomputer Daten; Information; Tatsache
persondator PC; Personalcomputer Computer; Datenverarbeitungsanlage; EDV; PC; elektronische Datenverarbeitungsanlage

Synoniemen voor "Personalcomputer":


Wiktionary: Personalcomputer

Personalcomputer
noun
  1. im engeren Sinne: ein Personalcomputer mit einem Intel x86-kompatiblen Prozessor, dem im Heimbereich verbreitetsten Computertyp
  2. ein wenig leistungsfähiger, preiswerter Computer für den Heimgebrauch

Personal Computer:

Personal Computer

  1. Personal Computer

Vertaal Matrix voor Personal Computer:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
mikrodator Personal Computer

Synoniemen voor "Personal Computer":


Wiktionary: Personal Computer

Personal Computer
noun
  1. Computer für einen einzelnen Arbeitsplatz oder für Privathaushalte

Verwante vertalingen van Personal Computer