Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: ausbitten

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: ausbitten

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

ausbitten:
- Wiktionary:
  ausbitten → utbe sig, utbedja sig, anhålla om
- Synoniemen voor "ausbitten":
  begehren; erbitten; ersehnen; fordern; sein Herz an etwas hängen; verlangen; wollen; wünschen
  offenhalten; offenlassen; vorbehalten

Duits

Uitgebreide vertaling voor ausbitten (Duits) in het Zweeds

ausbitten: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

aus: färdigt; avslutat; fullständig; fullständigt; avslutad; utanför; ute
bitten: anhålla om; bönfalla; petitionera; fråga; anropa; be; bedja; bjuda; böna; tigga
Bitten: bön

ausbitten:

Synoniemen voor "ausbitten":

begehren; erbitten; ersehnen; fordern; sein Herz an etwas hängen; verlangen; wollen; wünschen
offenhalten; offenlassen; vorbehalten

Wiktionary: ausbitten

ausbitten

sich ausbitten ((reflexiv)): jemandem um etwas bitten
- ausbitten → utbe sig; utbedja sig; anhålla om
sich ausbitten ((reflexiv)): etwas nachdrücklich fordern
- ausbitten → utbe sig; anhålla om; utbedja sig