Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ausreizen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausreizen (Duits) in het Zweeds

ausreizen: (*Woord en zin splitter gebruikt)

ausreizen:


Synoniemen voor "ausreizen":


Wiktionary: ausreizen

ausreizen
verb
  1. voll ausschöpfen, bis zur Grenze gehen, vollständig ausräumen
  2. im Skat beim reizen das höchste mit dem vorhandenen Blatt mögliche Spiel ansagen, auf die Gefahr hin, zu überreizen