Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. busseln:
    • Wiktionary:
      busseln → pussa
    • Synoniemen voor "busseln":
      abschmatzen; Bussi geben; bützen; einen Kuss geben; knutschen; küssen; schnäbeln


Duits

Uitgebreide vertaling voor busseln (Duits) in het Zweeds

busseln:


Synoniemen voor "busseln":

  • abschmatzen; Bussi geben; bützen; einen Kuss geben; knutschen; küssen; schnäbeln

Wiktionary: busseln

busseln
verb
  1. süddeutsch, österreichisch, umgangssprachlich: jemanden aus Zuneigung, zur Begrüßung mit den Lippen berühren, küssen